Volgens Sigmund Freud is een heel jong kind volkomen gericht op bevrediging van de eigen lusten en raakt het gaandeweg steeds meer aangepast aan de eisen die de werkelijkheid van het leven aan hem stelt. Lustbevrediging verschuift daardoor steeds meer naar, onder andere, de fantasie. Freud noemt hiermee de fantasie een soort "natuurreservaat"; een plek waar alles nog bij het oude is, waar niets gecultiveerd is, waar geen vierkante akkers in zijn aangelegd, waar geen nuttige wegen doorheen snijden. Op deze plek mag alles onbekommerd groeien, ook het nutteloze, het lelijke en het verbodene.

Proces. Ik zie mijn schilderijen als de resultaten van verkenningstochten door dit natuurreservaat. Als ik schilder probeer ik bijna elke vorm van sturing los te laten. Er is geen doel, geen beeld dat ik wil scheppen; ik werk nergens naar toe. Ik ben een schilder die niet schildert om uitdrukking te geven aan conceptueel/talige kwesties die hem bezig houden. Schilderen is voor mij lust. Schilderen is het op gang brengen van een natuurlijke beweging die zijn eigen zelf-ordenende principes kent. Feitelijk probeer ik de wind te zijn die door het reservaat waait, de zon die de planten doet groeien, de circulaire beweging van water, het onbekommerde woekeren, de gedragingen van de dieren, de afwisseling der seizoenen. Ik maak of construeer niet; ik zet in beweging, ik laat sporen na.

Betekenis. In de sporen op het papier duiken vormen, structuren of specifieke kleurcombinaties op. Dat wat weerstand biedt tegen het overwoekerd worden blijft staan. Vaak zijn deze elementen wat ze zijn en is het schilderen en het kijken eenvoudigweg het uitleven van kijklust. Met name sinds 2020 voel ik mij hier steeds vrijer in en wordt het werk uitgesprokener in zijn abstractie waarbij het coloriet autonomer en dwingender wordt. Soms, echter, hebben de elementen iets van een betekenis; een cirkel kan in een bepaalde constellatie bijvoorbeeld naar een hemellichaam verwijzen. Ik ben nooit op zoek naar deze betekenissen; ze dringen zich als het ware op. Ook zijn deze betekenissen zelden enkelvoudig en scherp, maar meestal meervoudig, vaag en suggestief. Een zachtbruine driehoek met de basis naar beneden zou bijvoorbeeld kunnen verwijzen naar een berg of een piramide; in veel bredere zijn zou zij kunnen verwijzen naar rust, veiligheid of geaardheid. Geen enkele van deze interpretaties is echter dwingend; de schilderijen zijn ook prima te beleven zonder deze interpretaties, of met geheel andere. Voor mijzelf krijg ik de indruk dat de beelden die ik tegenkom een archaïsch karakter hebben. Beelden die meer voelbaar dan begrijpelijk zijn.

Fantasie. Het schilderen is voor mij nadrukkelijk niet een middel om gefantaseerde voorstellingen ter wereld te brengen. Als ik dat wel zou doen, dan zou ik me in het moment van schilderen moeten bezighouden met inhoud die er op een eerder moment was. Ik ben dan in het nu met het toen bezig. Dat wil ik niet. Bij mij is het schilderen het fantaseren zelf; fantaseren in verf, vorm en kleur, waarbij ik in het moment aanwezig ben. Om deze reden is het schilderen zelf voor mij altijd bevredigend, ongeacht de resultaten. In het breder verband van mijn leven is het een voor mij noodzakelijk stuk primitieve ongefilterde lustbeleving.

Kwaliteit. Al het bovenstaande zou, als je het consequent doortrekt, betekenen dat een schilderij tot in het oneindige doorwerkt kan worden en nooit af komt; de processen in een natuurreservaat staan ten slotte ook nooit stil. Dit is in mijn ervaring echter duidelijk niet het geval. In de natuurlijke beweging die op het papier plaats vindt zijn er soms momenten dat ik een zekere herkenning voel. Het werk in deze toestand roept bij mij van binnen een schoonheidsbeleving op. Als dit opgeroepen worden als een sterke gebeurtenis voelt, dan blijf ik even van het werk af. Als een dag later, kijkend naar het werk, hetzelfde gebeurt en een week erna weer, dan lijkt het er op dat er in het werk iets overstijgends aan de hand is; de elementen, zoals kleur, vorm en schildergebaar, bevinden zich kennelijk in een constellatie waarin de totaliteit meer is dan de som der delen. Ik ga hierin uitsluitend op mijn eigen intuïtie af (ik zie een schilderij met mijn buik) maar heb in de loop der jaren geleerd dat hetgeen ik zie ook door anderen gezien wordt, iets wat me veel genoegdoening en gevoel van zingeving geeft.